Familie den Boer

Fop Cleysz. van DrielLeeftijd: 66 jaar15241590

Naam
Fop Cleysz. van Driel
Geboren rond 1524 39

Geboorte van een zusDaentje Claesdr. van Driel
rond 1525 (Leeftijd 12 maanden)

Huwelijk van oudersClaes Dircksz. van DrielNelleke SchoutenBekijk dit gezin
Soort: Burgerlijk huwelijk
rond 1525 (Leeftijd 12 maanden)

Overlijden van vaderClaes Dircksz. van Driel
1552 (Leeftijd 28 jaar)
Overlijden van moederNelleke Schouten
na 1552 (Leeftijd 28 jaar)

Burgerlijk huwelijkMarietje (Grietje) Lenertsdr. CranendonckBekijk dit gezin
rond 1557 (Leeftijd 33 jaar)
Geboorte van een zoon
#1
Claes Foppe van Driel
rond 1557 (Leeftijd 33 jaar)
Overlijden van een zusAnneke Claasdr. van Driel
voor 27 maart 1559 (Leeftijd 35 jaar)

Geboorte van een zoon
#2
Dirck Foppen van Driel
rond 1562 (Leeftijd 38 jaar)
Geboorte van een zoon
#3
Jan Fopsz. van Driel
rond 1563 (Leeftijd 39 jaar)
Geboorte van een zoon
#4
Daniel Foppe van Driel (Jonckint)
rond 1568 (Leeftijd 44 jaar)
Geboorte van een zoon
#5
Lenaert Foppen van Driel
rond 1569 (Leeftijd 45 jaar)
Overlijden van een echtgenoteMarietje (Grietje) Lenertsdr. Cranendonck
voor 20 april 1581 (Leeftijd 57 jaar)

Burgerlijk huwelijkMagdalena AertsBekijk dit gezin
20 april 1581 (Leeftijd 57 jaar)
Doop van een zoonPieter Foppe van Driel
1 maart 1582 (Leeftijd 58 jaar)
Doop van een dochterBarbar Foppe van Driel
9 februari 1586 (Leeftijd 62 jaar)
Huwelijk van een kindClaes Foppe van DrielNeeltijen Sebastiaensdr. (Louwen)Bekijk dit gezin
Soort: Burgerlijk huwelijk
3 november 1586 (Leeftijd 62 jaar)
Gedeelde notitie: Met attestatie na Barendrecht, hij van Ridderkerck, zij van Barendrecht
Overleden voor 1 april 1590 (Leeftijd 66 jaar)
Doop van een zoonFop Foppe van Driel
12 april 1590 (11 dagen na overlijden)
Gezin met ouders - Bekijk dit gezin
vader
moeder
Huwelijk: rond 1525
-1 jaar
oudere zus
2 jaar
hij zelf
2 jaar
jongere zus
Gezin met Marietje (Grietje) Lenertsdr. Cranendonck - Bekijk dit gezin
hij zelf
echtgenote
Huwelijk: rond 1557Ridderkerk
1 jaar
zoon
6 jaar
zoon
2 jaar
zoon
6 jaar
zoon
2 jaar
zoon
Gezin met Magdalena Aerts - Bekijk dit gezin
hij zelf
echtgenote
Huwelijk: 20 april 1581Ridderkerk
10 maanden
zoon
4 jaar
dochter
4 jaar
zoon
Wijt Willems + Magdalena Aerts - Bekijk dit gezin
echtgenote’s echtgenoot
echtgenote
Huwelijk:
Roeloff van Vreeswijck + Magdalena Aerts - Bekijk dit gezin
echtgenote’s echtgenoot
echtgenote
Huwelijk: 12 april 1592Ridderkerk

Gedeelde notitie

Het geboortejaar van Fop Claesz. van Driel is af te leiden uit diverse akten waarin zijn leeftijd wordt gemeld: hij was 40 jaar op 19 april 1564, 43 jaar op 15 maart 1566 (= 1567) en "omtrent" 55 jaar op 12 juli 1577. Zijn overlijdensdatum la at zich indirekt reconstrueren: op 12 april 1590 werd te Ridderkerk een kind Fop gedoopt, zoon van Fop Claeijsz. en Leentijen Aertsdr. Gelet op het feit dat het kind vernoemd werd naar de vader, is zeer wel denkbaar dat deze op de doopdatum reeds wa s overleden: al op 1 april 1590 had Daniel Foppen "sijn voechtdichscap opgeseijt Cleijs Foppen van Driel", die dit blijkbaar korte tijd over Daniel had uitgeoefend. Fop Claesz. van Driel was ca. 1552 enig mannelijk erfgenaam van zijn vader: zijn (oudere) broer Dirck Claesz. was reeds enkele jaren eerder overleden. Het is daarom begrijpelijk, dat hij in de daarop volgende jaren werd genoemd als voogd over de wee skinderen van zijn broer Dirck Claesz. (1559), zijn zuster Anneken Claesdr. (1560) en zijn zuster Daentge Claesdr. (1571). Veel minder duidelijk is een vermelding uit 1559, waarin hij werd genoemd als "bestorven voogt" van Dierck Ariaensz., het onmondige weeskind van Ariaen Woutersz. zaliger, dat in 1563 in Zevenbergen verbleef. Evenmin is duidelijk wat de familierelatie was met het weeskind van Cornelis Jan Huigen te Zevenbergen, waarvan Fop van Driel in 1578 als bloedvoogd van grootvaderswege werd genoemd. Jan Huijgen, grootvader van het weeskind, had in 1560 een huis te Zevenbergen gekocht en was aldaar overleden voor 6 maart 1573. Wellicht was deze Jan Huijgen een familielid van de nog onbekende moeder van Fop Claesz. van Driel. Opmerkelijk is, dat op 3 januari 1581 als voogd van het weeskind van Comelis Jan Huijgensz. werd genoemd een Lenaert Phoppens, terwijl in de boedel v an het weeskind een schuldbekentenis van Fop van Dniel voorkwam. Uit bovenstaande voogdijstellingen en latere vestiging aldaar van twee kleinkinderen van Fop van Driel blijkt een connectie met familieleden in Zevenbergen die nog niet verklaard is. F rappant is in dat verband het grondbezit in Zevenbergen van de Antwerpse lakenkoopman Leendert van Driel, die omstreeks 1563 bankroet was gegaan. Vanaf 1553/1554 wordt in de polderrekeningen van Nieuw-Reijerwaard een bepaald dijkvak omschreven als: "den dijck tot Vop Cleijsz. toe", resp. "van Vop Cleijsz. of'. Hoewel de rekeningen over de jaren 1543 t/m 1552 ontbreken, is duidelijk dat dit he tzelfde dijkvak is dat tot in 1542 werd aangeduid als "den dijck van Cleys Dirckss off, resp. "tot Cleijs Dirckss. toe". Fop Cleijsz. was blijkbaar, net als zijn vader Cleijs Dircksz., gevestigd aan de dijk aan de westzijde van de polder Nieuw-Reije rwaard: de Hordijk. Fop Claesz. van Driel werd enige malen vermeld als heemraad van Ridderkerk (1559-1560), maar werd reeds in 1560 door de rentmeester van de ambachtsheer aangesteld als schout. Fop van Driel vervulde deze functie, die eerder bekleed was door zijn vade r, gedurende vele jaren (1560-1587) tijdens een roerige periode in de geschiedenis. Ondanks het feit dat tijdens zijn arnbtstermijn de overgang plaatsvond naar de reformatie, is geen enkele aanwijzing gevonden dat Fop van Driel, als één van de verte genwoordigers van het "oude regime", moeite heeft gehad zijn positie vast te houden. Integendeel: hij wist meer belangrijke plaatselijke functies te verwerven. Vanaf ca. 1572 was hij dijkgraaf van de polders Oud- en Nieuw-Reijerwaard (ca. 1572-1587 ) en in 1580 en 1581 werd hij vermeld als rentmeester van de heerlijkheden Ridderkerk en IJsselmonde. Na het overlijden van zijn vader ca. 1552, nam Fop van Driel het huis met de bijbehorende landerijen in Cornelisland en omgeving over: reeds in 1552 werd hij belast wegens de helft van het "huys daer die helft met dat lant off an gebrocht is". Bij d it grondbezit behoorden, enige percelen land gelegen onder Oost-IJsselmonde, juist aan de andere zijde van het oude (Willaerts)dijkje. Er is daarbij sprake van een perceel van 5 morgen in het vijfde hoef (vermeld vanaf 1557) en van een perceel van 5 (later: 7) hont in de tweede hoef, dat volgens een akte uit 1556 gekocht was in 1546. Opmerkelijk is, dat het perceel in de vijfde hoef grensde aan landerijen die toebehoorden aan andere leden van het oude geslacht Van Driel: Comelis Claesz. van Dr iel (1556), Adriaen Anthoenis van Driel en Pieterije Comelisdr. van Driel (1583), Nieske Cornelisdr. van Driel en Hendrick de Raedt, echtgenoot van Hildegond Cornelisdr. van Driel (1587). Wellicht waren deze landerijen afkomstig uit het patrimoniale bezit van Cornelis Dircksz. van Driel. In de loop der jaren breidde Fop van Driel het vaderlijk erfgoed gestaag uit. Er zijn vele transacties bekend, waarbij door hem percelen land werden gekocht, o.a. in Ridderkerk (tien aankopen tussen 1562 en 1581) en in Oost-IJsselmonde (1563, 1575). Slechts zeer incidenteel (in 1579 en 1587) werd door hem land (in Oost-IJsselmonde) van de hand gedaan, en dit lijkt eerder samen te hangen met efficiente bedrijfsvoering dan met geldgebrek. Wat dit laatste betreft, moet gesproken worden van het te gendeel, want uit diverse door hem verstrekte leningen blijkt een behoorlijke welstand. Fop van Driel verstrekte deze leningen door verkoop van rentebrieven (1558, 1563, 1572); slechts eenmaal staat hij te boek als koper van een rentebrief (1583). Het uitgebreide landbezit van Fop van Driel blijkt duidelijk uit een tweetal kohieren uit 1575/1577 van resp. Ridderkerk en Usselmonde. Hierin komt hij naar voren als eigenaar van acht percelen land met een totaal oppervlakte van 33 morgen 2 1/2 hon t, terwijl hij bovendien ruim 28 1/2 morgen gebruikte van andere eigenaars, verdeeld over acht percelen. Verder is bekend, dat hij nog diverse landerijen onder Barendrecht bezat, zodat Fop van Driel zonder meer kan worden aangeduid als "herenboer". Na zijn overlijden verbrokkelde dit landbezit, want het moest worden verdeeld onder acht kinderen en de weduwe. Desondanks behoorden de zoons van Fop van Driel tot de welvarende ingezetenen van Ridderkerk en omgeving. In 1591 voerde zoon Cleijs Foppen van Driel diverse zaken voor het gerecht van Ridderkerk, die alle betrekking hadden op achterstallige betalingen. Al deze vorderingen hadden betrekking op bedragen die zijn vader Fop Cleijsz. van Driel nog tegoed ha d: wellicht had deze in de laatste jaren van zijn leven de administratie enigszins verwaarloosd. Zo eiste Cleijs Foppen op 17 december 1591 betaling van 10 pond 7 stuivers van Sebastiaen Adrijaen Vuijck, vanwege geleverde gerst "wutwijssende het boe ck van Fop Cleijss saliger" en nog 7 Rijnsgld. 2 "blanck" van Jan Sebastiaenss. Boer, "volgende sijn boeck van sijn saliger vader".